De Shannon is de langste rivier van Ierland. Dit gebied is nog grotendeels onontdekt bij het grote publiek. De meeste toeristen trekken naar de kust en laten het Ierse binnenland links liggen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik zelf ook liever langs de Ierse kust trek, maar een recente trip langs de Shannon heeft mijn mening over het Ierse binnenland positief bijgesteld.
Tijdens deze driedaagse trip heb ik de rivier de Shannon van noord naar zuid gevolgd. Ik heb me hierbij laten inspireren door een van de routes uit het boek Take the slow road van Martin Dorey. Ik begon bij de Shannon Pot, de plaats waar de rivier haar oorsprong vindt. Dit is een natuurlijke bron, die gevoed wordt vanuit de grond.
Volgens de legende is de Shannon genoemd naar Sionnan, de kleindochter van de god van de zee. Zij kwam naar deze plek om de verboden vrucht te eten van de Boom der Kennis, die door de druïden was geplant. Toen ze begon te eten, kwam het water van de poel omhoog en overspoelde haar. Ze werd in de poel getrokken en het water begon over het land te stromen en vormde de rivier de Shannon.
In deze omgeving zijn veel Sweat Houses (oud-Ierse sauna's) te vinden. Met de nadruk op 'vinden'. De online-informatie is schaars en klopte in ons geval niet. Wij hebben tijden rondgereden door de middle of nowhere om een Sweat House te vinden en hebben het uiteindelijk opgegeven... Om er vervolgens per ongeluk toch nog een te vinden. Puur toeval, maar wel erg leuk. Om je het zoekwerk te besparen, vind je hier de locatie op Google Maps.
De reis bracht ons langs de oevers via de oevers van Lough Allen naar Acres Lake waar je een mooie wandeling kan maken over de boardwalk en langs de Shannon Blueway. Dit is ook een goede plek om bijvoorbeeld te kajakken.
Als je de weg vervolgt kom je uit in het bruisende plaatsje Carrick-On-Shannon. Een goede plek om een hapje te eten, een museum of galerie te bezoeken of een bootje te huren om de Shannon vanaf het water te bewonderen.
Vanuit Carrick-On-Shannon komt de Shannon uit in Lough Ree, ten noorden van de grote plaats Athlone. Hier is de oudste pub van Ierland te vinden: Sean's Bar. Er zijn veel plaatsen langs het meer waar je kunt wandelen of relaxen. Bijvoorbeeld in het Portlick Millennium Forest.
Een half uur ten zuiden van Athlone liggen de klooster ruïnes van Clonmacnoise. De oorsprong van dit klooster stamt uit de zesde eeuw. Vanwege de strategische ligging is het uitgegroeid tot een van de bekendste en belangrijkste Keltische kloosters van Ierland.
Een klein stukje verderop vind je de oudste brug over de Shannon die de originele naam Shannon Bridge draagt. En vervolgens kom je door het plaatsje Banagher. Wie op een veilige manier een duik in de Shannon wil nemen kan dat hier doen, want ze hebben hier een stukje van de rivier afgezet om een 'zwembad' te creëren.
Vlak voor je bij Lough Derg aankomt, bereik je de plaats Portumn. Hier is het Irish Workhouse Centre te vinden. Een museum dat absoluut een bezoekje waard is. Ierse werkhuizen werden in de 19e eeuw gebouwd en waren bedoeld om de allerarmste op te vangen. Dit klinkt heel nobel, maar het leven in deze instituten was absoluut geen pretje. Families werden van elkaar gescheiden, er moest zwaar werk verricht worden en de voorzieningen waren minimaal. In dit museum neemt een gids je mee door het werkhuis en vertelt je alles wat er maar te vertellen valt over deze plek.
Lough Derg is een waar paradijs voor sportievelingen. Wandelen, fietsen, kanoën, kajakken, waterskiën of paddle boarding, het kan er allemaal. Wie het liever rustig aan doet kan een boottochtje maken of vissen. Het is een prachtige plek.
Mijn trip eindigde bij Flanagan's on the lake in Killaloe met een pizza en een glas wijn. Wil je de Shannon helemaal tot het einde volgen? Ga dan dwars door Limerick City. Hier begint The Shannon Estuary die uiteindelijk uitkomt in de Atlantische oceaan.